Zeepkisten vlogen van bovendorp naar beneden
In de jaren vijftig kende Zeddam op koninginnedag een sensationeel onderdeel: de zeepkistenrace. Een prachtige gelegenheid voor jonge knapen om hun technische vaardigheid en durf te tonen.
Het feest lijkt te zijn begonnen in 1955 bij het tienjarig bevrijdingsjubileum op 5 mei. De zeepkisten startten bovenaan bij de molen. Het eindpunt was aanvankelijk bij de jongensschool, waar net voor de kruising met de ’s Heerenbergseweg een kar zand op straat was gestort om de snelheid af te remmen.
De hele weg stond aan beide kanten in dikke rijen vol kijkers. Politie en verkenners zagen toe op de veiligheid. In de eerste jaren waren de ‘zeepkisten’ nog eenvoudig. Omgebouwde bolderkarren, wagentjes op fietswielen e.d. kwamen de bult naar beneden. Maar de voertuigen werden steeds professioneler en daarmee ook sneller. Zo kwamen de jongens van Pas met een aluminium skelter die wel tachtig kilometer per uur haalde. Ze werden er driemaal achtereen kampioen mee. Jo Gerritsen noteerde met de stopwatch de tijd en berekende de snelheid.
De gebroeders Ter Horst uit Lengel kwamen zelfs eens met een omgebouwde meststrooier op de proppen. De deelnemers kwamen niet alleen uit Zeddam, ook uit Lengel, Braamt en Vethuizen. Ook de eerste prins Berend I (P. van Nispen) van Waskupenstad heeft in 1956 (of ’57) in vol ornaat meegedaan. Al gauw waren de snelheden zodanig, dat de wagens finaal over de zandhoop heen schoten, hoewel er steeds meer zand werd gestord. Toen werd besloten de Benedendorpstraat als uitloop voor de ‘zeepkisten’ te benutten. Zo kwamen deze wel tot aan het gildenhuis, ja zelfs tot aan de Sydehem toe. Dat betekende dat beide kruisingen moesten worden afgesloten. Het evenement werd te gevaarlijk. Daardoor is er na 1961 een eind aan gekomen. Meester Helmes heeft twee van de bijgaande foto’s ervan gemaakt. Dat het gevaarlijk was blijkt wel uit het verhaal van Jan Tomberg, geboren in 1949. Hij was een jaar of elf toen hij met een omgebouwde bolderkar meedeed. De stuurinrichting trilde los, Jan kwam met zijn kar in het losse zand dat door de regen bij de kerk terecht was gekomen en vloog over de kop. Een kapot knie werd verbonden maar er kwam geen dokter bij.
Hij heeft nog een foto waarop hij staat met een verband om zijn knie. Later bleek dat het bot in deze knie te zijn vergroeid en moest Jan alsnog een tijdje naar het ziekenhuis. Een jaar later besloot hij met broer Mart ook een ‘professionele’ zeepkist te nemen. Ze lieten deze maken bij smid Jan Ariëns en wonen de race glansrijk. Dat was in de laatste, 1961. Jan: “Het was altijd een spannende tijd. Niemand mocht weten wat voor kar je bouwde.” Die koninginnedagen van destijds, daar wordt nu nog over gesproken. Zoals over die rookwedstrijden om de langste askegel. De deelnemers staken sigaren op en hielden die recht omhoog om ervoor te zorgen dat de as er niet af viel. Je had koekhappen en mastklimmen om een leverworst (die meestal kapot beneden kwam door het trekken), door een autobrand kruipen, allemaal simpele en goedkope spelen.
Het programma van 1955
In 1955, toen tien jaar bevrijding werd gevierd, waren de meeste feestelijkheden van het Oranjecomité op 5 mei. Zaterdag 30 april was wel de rookwedstijd. Op het affiche van toen staat: ’s Avonds 8 uur in hotel Het Kegelhuis: Rookwedstijd voor Dames en Heren. Deelnemerskaarten à 25 ct. Verkrijgbaar aan het Hotel. De spelonderdelen op het terrein bij J. Hoogland aan de benedendorpstraat op donderdag 5 mei waren: Getallenprik, Kubusduwrace, Busloop, zig-zagblindklim, rugsteunrace, boetballen, vlagklimmen, zoek me op, gieteindrace, flesduwrace, list-rij-loop, hordenloop, briefposten, stoelendans en familie-estafetteloop. Vanaf de Padevoort was er een optocht van groepen en versierde wagens en fietsen. In de Bovendorpstraat was de zeepkistenrace. In 1956 was het normale programma voor Koninginnedag met kinderspelen en als onderdelen voor scholieren: vliegende schotel, blaaslaan, home-trainer, voetballen (jongens) en electro-contact, ringsteken per fiets of ponywagen en diep-duikaquarium (meisjes). Ook voor ouderen waren al deze spelen, behalve het ringsteken. Voor verloofde paren was er page-rijden Kinderen hoefden in 1956 geen kopjes van thuis mee te brengen; bekers werden verstrekt.
Bron: 125 jaar Katholiek Onderwijs Zeddam